Wereldse gerechten: een heerlijk recept voor Surinaamse Bami

Naast reizen en schrijven ben ik gek op lekker eten en koken. Ik word heel blij van kruidige en geurige gerechten en ik vind het super ontspannend om lekker in pannetjes te kunnen roeren. Daarnaast is het bereiden van heerlijke exotische gerechten voor mij één van de manieren om het reisgevoel wat langer vast te houden of weer even op te roepen. Een hele tijd geleden startte ik de serie ‘wereldse gerechten’, waarin ik mijn favoriete gerechten deelde uit Bosnië, Vietnam en Sri Lanka. Om deze serie een nieuw leven in te blazen, lijkt het mij leuk om af en toe een recept met jullie te delen. Voor mij is dit tegelijk een stimulans om weer wat vaker de keuken in te duiken, want de laatste tijd kwam daar niet zo heel veel van terecht. Vandaag start ik met een heerlijk recept voor Surinaamse Bami, zoals ik dit thuis altijd klaarmaak.

Recept Surinaamse Bami

Hoewel ik nog nooit in Suriname geweest ben, ben ik gek op de Surinaamse keuken. Ik maak regelmatig Roti, het water loopt me al in de mond bij de gedachte aan Pom en Surinaamse zuurkool is één van mijn lievelingsgerechten. De Surinaamse Bami behoort tot één van mijn favoriete ‘doordeweekse’ gerechten, omdat het een heel eenvoudig Surinaams gerecht is om thuis klaar te maken. Er zit ontzettend veel smaak aan en is in een half uurtje klaar.

De bami gebruik ik vaak als een basisgerecht en ik maak er meestal nog wat groente bij. Ik maak hierbij eigenlijk altijd zure komkommer, maar vind het ook heel lekker om hier bijvoorbeeld sambal goreng boontjes of kousenband bij te eten.

Ingrediënten

• 500 gram spaghetti
• 2 bouillonblokjes (tuinkruiden)
• 1 ui
• 3 teentjes knoflook
• 375 gram tofu (of kip voor de niet-vegetariërs onder ons)
• 8 takjes verse selderij
• 1 el Surinaamse kerriepoeder
• ½ tl zwarte peper
• 1 stukje verse gember (ongeveer 2 cm)
• 1 volle tl sambal Oelek
• 1 eetlepel tomatenpuree
• 7 el zoute ketjap (asin)
• 5 el zoete ketjap (manis)

Bereiden

Zet een pan met heet water op en kook de spaghetti gaar in een bouillonblokje. Hak in de tussentijd de knoflook, ui en gember fijn, snijd de tofu in blokjes en de selderij in grove stukken. Giet de spaghetti af en besprenkel dit met 2 eetlepels zoute en 2 eetlepels zoete ketjap, zodat de smaak hier alvast wat in kan trekken en de slierten niet aan elkaar gaan plakken. Meng dit goed door, zodat alle spaghetti bedekt is.

Verhit (zonnebloem)olie in een grote wokpan en fruit hierin de ui, knoflook en gember. Voeg hieraan de sambal oelek, de Surinaamse kerriepoeder, zwarte peper, 1 bouillonblokje en een scheutje water toe. Bak dit nog zo’n 2/3 minuten. Roer vervolgens de tomatenpuree erdoor en schep de tofu erbij. Bak dit geheel een paar minuten tot de tofu aan de buitenkant een bruin en een klein beetje krokant laagje heeft gekregen. Voeg tenslotte nog 5 eetlepels zoute ketjap en 3 eetlepels zoete ketjap toe en meng vervolgens de spaghetti erdoor. Proef even en voeg naar smaak nog extra zoete of zoute ketjap toe. Schep vervolgens de selderij erdoor.

Omdat Koen en ik het allebei altijd aardig druk hebben, vind ik het fijn om doordeweeks voor meerdere dagen te koken. Bovendien zijn sommige gerechten die je maakt de volgende dag nóg veel lekkerder als de smaken wat langer hebben kunnen intrekken. Herken je dat? Dit gerecht is zo’n soort gerecht. Van deze hoeveelheid bami kunnen wij met zijn tweeën drie keer eten, dus ik ga ervan uit dat dit voldoende is voor zes personen.

Laat je het me weten als je dit gerecht gemaakt hebt en hoe het smaakte? Ik ben heel benieuwd!