Naast reizen en schrijven is fotograferen één van mijn grootste hobby’s. Regelmatig krijg ik vragen over fotograferen op reis en complimenten over de foto’s die ik deel op mijn website of Instagram. ‘Welke camera neem je mee op reis?’ en ‘Hoe heb je die foto nou gemaakt?’ zijn vragen die mij vaak gesteld worden. Daarom lijkt het mij leuk om mijn persoonlijke tips voor fotograferen op reis met jullie te delen en een serie te starten over reisfotografie. Vandaag trap ik af met dit artikel. Hierin geef ik 12 eenvoudige tips voor reisfotografie die er hopelijk voor zorgen dat jij met nóg mooiere foto’s thuis komt.
1. De beste camera
Vorig jaar volgde ik een fotografiecursus en mijn docent bleek een wijs man. ‘De beste camera is de camera die je bij je hebt’, stampte hij als een mantra in onze hoofden. En hij heeft gelijk. Eerder vond ik altijd dat de foto’s met mijn telefoon veel vlakker zijn dan de foto’s die ik met mijn spiegelreflexcamera maak. Dat is ook zo, maar is je telefoon de enige camera die je bij je hebt? Fotografeer dan lekker met je telefoon.
“De beste camera is de camera, die je bij je hebt.”
2. Ken je camera
Zorg ervoor dat je je camera kent en het liefst al voordat je op reis gaat. Dit is misschien wel de allerbelangrijkste tip om met mooiere reisfoto’s thuis te komen. Weet hoe je je camera instelt en hoe je in een fractie van een seconde een knopje om kunt zetten als zich een onverwachte situatie voordoet, die je vast wilt leggen. Als je dit ter plekke nog moet uitzoeken, ben je te laat en mis je het moment. De kans is groot dat die situatie zich niet nog een keer voordoet en dat is zonde. Dus, lees je gebruiksaanwijzing en ga er thuis al lekker op uit om je camera onder de knie te krijgen.
3. Maak gebruik van het licht
Dit is misschien wel één van de belangrijkste tips voor reisfotografie: maak gebruik van mooi licht. Mijn favoriete momenten om te fotograferen zijn rondom zonsopkomst en zonsondergang. Dit zijn de momenten dat de wereld een gouden gloed krijgt en lijkt te veranderen in een kleurrijk schilderij. Door fotografen wordt dit moment het gouden uurtje genoemd. En echt, de mooiste foto’s maak ik op deze momenten. Na het gouden uurtje komt het blauwe uurtje: het moment dat de zon net onder is, de lichtjes overal aangaan en de lucht een diepblauwe kleur heeft. Dit is ook zeker de moeite waard om nog even op te wachten.
4. Neem de tijd
Dit is misschien een beetje een inkoppertje, maar wel heel belangrijk. Een goede foto schiet je meestal niet even snel, maar moet je de tijd voor nemen. Soms kan ik een hele tijd op een plek zitten wachten op het juiste licht of het juiste moment om een foto te nemen. Vooral bij het fotograferen van mensen en dieren en bij nachtfotografie is het belangrijk om de tijd maken.
5. Kies eens voor een ander perspectief
Je kunt natuurlijk altijd vanuit dezelfde positie een foto maken door gewoon te blijven staan, maar probeer ook eens een ander perspectief uit. Ik ga regelmatig op de grond liggen voor een kikkerperspectief. De wereld ziet er dan ineens heel anders uit en komt soms beter tot zijn recht. Soms moet ik juist even klimmen voor het juiste perspectief. Dan klauter ik een rots op of ga ik op een muurtje staan voor een mooier overzicht. Het is soms even zoeken wat het mooiste perspectief is, maar levert vaak wel interessantere foto’s op. Zoals de foto hieronder aantoont, neem ik soms de vreemdste houdingen aan voor het juiste perspectief.
6. Maak veel foto’s
Zoals ik zojuist al aangaf is het soms wachten op het juiste moment, of even zoeken naar het juiste perspectief. Maak daarom vooral meerdere foto’s. Thuis op de laptop of misschien al wel ’s avonds in je hotelkamer kun je de beste foto’s uitzoeken en de foto’s die echt niet goed zijn, direct weggooien. Het voordeel van het digitale tijdperk is dat dit gewoon allemaal kan!
7. Zorg voor diversiteit in je foto’s
Als je terug komt van je reis en je aan de hand van je foto’s een verhaal wilt vertellen, is het handig als je foto’s veel diversiteit bevatten. Maak daarom niet alleen maar overzichtsfoto’s, maar probeer ook eens een close-upje maken. Fotografeer bijvoorbeeld de prachtige details in gebouwen of maak een close-up foto van het kleurrijke fruit op een Aziatische markt. Varieer dus in je onderwerpen door zowel mensen, dieren, landschappen, straatbeelden en details vast te leggen.
8. Neem een statief mee
Tegenwoordig neem ik áltijd een statief mee op reis. Ja, het is af en toe een hoop gesleep, maar het is de moeite dubbel en dwars waard. Voor het fotograferen met weinig licht of bij het vastleggen van beweging, maak je namelijk gebruik van langere sluitertijden. In dit geval kun je niet meer uit de hand fotograferen, dus heb je echt een statief nodig om je camera stil te houden. Bij het maken van onderstaande foto’s heb ik mijn statief gebruikt.
Wist je dat je ook een statief nodig hebt als je het noordelicht wilt fotograferen? Collegablogger Manon geeft 5 tips voor het fotograferen van het noorderlicht.
Lees ook: waarom ik altijd een statief meeneem op reis
9. Zorg voor diepte
Vroeger was ik als ik thuiskwam na mijn vakantie in de Pyreneeën soms een tikkeltje teleurgesteld over mijn landschapsfoto’s. Mijn enthousiasme over de spectaculaire landschappen kon ik met mijn foto’s totaal niet overbrengen. De foto’s waren vaak vlak, terwijl het landschap vol reliëf zat.
De oplossing die voor mij het beste werkt bij landschapsfotografie is het creëren van diepte, door bijvoorbeeld een stukje van de voorgrond mee te nemen. Misschien staan er wel prachtige gekleurde bloemen op de voorgrond die je foto net een extra dimensie geven? Of wat indrukwekkende rotspartijen? Soms werkt het ook om mensen in beeld te brengen. Vaak hebben we de neiging om net zo lang te wachten tot alle mensen uit ons beeld verdwenen zijn, omdat we in onze landschapsfoto’s geen sporen van de mens willen hebben. Het kan echter juist heel illustratief werken om wél mensen op je foto te hebben staan, omdat dit zorgt voor perspectief in je foto. Die enorme leeuwenrots of gigantische waterval lijkt echt een stuk indrukwekkender wanneer er ineens een piepklein mensje naast staat. Probeer het eens uit zou ik zeggen!
10. Breng lijnen in beeld
Lijnen en diagonalen maken je foto spannender. Als je op je foto een lijn naar je onderwerp laat lopen, worden je ogen hier naartoe getrokken. Daarnaast zorgt dit voor diepte in je foto. Een leidende lijn kan bijvoorbeeld een weg zijn, een railing of een rijtje paaltjes.
11. Maak contact met de lokale bevolking
Eén van de lastigste dingen op reis vind ik nog steeds het maken van portretten, terwijl ik dit wel vaak de meest sprekende foto’s vind. Het blijft altijd een discussiepunt of je wel of niet aan mensen moet vragen of je een foto mag maken. Soms fotografeer ik mensen inderdaad ‘stiekem’, maar dat blijf ik wel spannend vinden. Daarom probeer ik vaak contact te maken met mensen door een praatje aan te knopen. Daarna is het vaak makkelijker om van die persoon een foto te maken, omdat iemand zich meer op zijn gemak voelt. Mensen vinden het vaak ook heel erg leuk als je daarna het eindresultaat laat zien.
12. Doe wél aan nabewerking
Toegegeven, eerder vond ik het stiekem altijd een beetje ‘nep’ om mijn foto’s nog na te bewerken. Ik wilde eigenlijk gewoon in één keer een goede foto en anders telde het niet. Tot mijn cursusdocent bij hoog en bij laag beweerde dat er niet één topfotograaf is, die zijn foto’s niet nabewerkt. Na zijn overtuigende verhaal ging ik aan de slag met Lightroom. Inmiddels is dit programma niet meer van mijn laptop weg te denken en gebruik ik het bijna elke dag. Wat een fantastisch programma.
Wat doe ik dan in Lightroom? Indien nodig gebruik ik de cropfunctie om mijn foto’s iets bij te snijden voor een net iets betere compositie. Verder pas ik het contrast vaak een klein beetje aan en speel ik met levendigheid in de foto. Ik pas vaak niet heel veel aan, maar mijn foto’s worden er altijd nét een beetje mooier van.
Dit waren voor nu mijn eenvoudige tips voor reisfotografie om thuis te komen met mooiere foto’s. Ik hoop dat je er iets aan hebt. Heb jij nog tips voor mij of voor andere reizigers? Deel ze dan vooral in een reactie hieronder.
5 reacties
Mensen fotograferen vind ik het moeilijkst. Je wil dat ze er zo natuurlijk mogelijk opstaan, maar als je het hen vraagt, gaan ze soms poseren. Anderzijds is het ook vervelend om het stiekem te doen. Een praatje aanknopen helpt wel om hen wat mee te krijgen in wat je wil.
Wat een handige tips! Zelf vind ik compositie nog lastig, de rest lukt inmiddels redelijk, ik ken mijn camera enz. Ok mensen fotograferen vind ik zoals je zelf ook zegt nog best eng
Dankjewel Linda! Jullie maken ook altijd erg mooie foto’s! Het fotograferen van mensen blijf ik inderdaad altijd een dingetje vinden, maar het zijn vaak wel de mooiste en meest veelzeggende plaatjes.
Een heel nuttig stukje!!! Aan de foto’s zie ik wel dat je je goed aan je eigen tips houdt.?
Dankjewel! Heb het natuurlijk van jullie geleerd 😉