Ja, de Taj Mahal is prachtig. Voor mij persoonlijk was het extra bijzonder om hier een bezoek aan te brengen tijdens onze reis door India. Als kind werd ik namelijk altijd al betoverd door de verhalen van mijn vader over India. En over de Taj Mahal in het bijzonder. Toen ik eindelijk in mijn eentje voor dit immense bouwwerk stond, had ik dan ook letterlijk het kippenvel op mijn armen staan. Toch heeft de Taj Mahal helaas ook een keerzijde. Dit ontdekte ik tijdens ons bezoek aan Agra toen wij aan de praat raakten met een ober in een restaurantje, waar wij al een paar dagen hadden gegeten. Met tranen in zijn ogen vertelde hij ons wat de Taj Mahal voor hem betekende. In dit artikel vertel ik jullie zijn verhaal, omdat ik het belangrijk vindt om dit óók te delen en niet alleen de mooie dingen van reizen wil laten zien.
De keerzijde van de Taj Mahal
We zijn al drie dagen in Agra en we eten voor de derde avond op rij bij hetzelfde restaurantje. Ons tweede bezoek aan de Taj Mahal zit er inmiddels op. Trots laat ik mijn foto’s van die dag zien aan de ober. Hij glimlacht geforceerd en zegt: “when you see the Taj Mahal you smile, when I see the Taj Mahal I cry”. Ik vraag me af waarom. Vanwege haar schoonheid, misschien? Dan begint hij te vertellen:
“De Taj Mahal is slecht voor de economie in Agra. Binnen een straal van 50 kilometer rondom de Taj is er geen industrie toegestaan, omdat dit de kleuren van de Taj Mahal aantast. Daardoor zijn er nu heel weinig banen in Agra en is er een hele eenzijdige economie. Eigenlijk is er alleen werk in het toerisme. De rijke mensen openen restaurants en accommodaties, maar de ‘werkers’ krijgen nauwelijks betaald.
Ik werk elke dag 12 uur en krijg slechts 100 Rupee (€1,25) per dag betaald. Mijn baas zegt dat als ik hard werk en goede service lever, buitenlandse toeristen dan fooi geven. Daar moet ik van leven. Daarom zeg ik ook altijd nadrukkelijk dat er bij de rekening nog geen fooi inbegrepen zit. Dáárom vraag ik dus altijd om fooi. Niet omdat ik dat leuk vind, maar omdat mijn kinderen anders niet te eten hebben”.
Gigantische werkloosheid
Onze ober vertelt verder en geeft aan dat 70%* van de inwoners van Agra werkloos is. De mensen die wel een baan hebben, werken bijna allemaal onder hun niveau. Ook onze ober heeft een opleiding gevolgd. Hij is ‘master of arts’, maar in Agra zijn nauwelijks banen voor hoger opgeleiden. Daarom werken er dus zoveel mensen in restaurants of hotels. Alleen overheidsbanen verdienen goed, maar daar zijn er simpelweg te weinig van. Hij geeft aan dat de Taj Mahal zelf werk biedt voor slechts 400 personen. Dat is bij lange na niet genoeg op een stad van 1.586.000 inwoners.
Hij vervolgt zijn verhaal: ‘Wij eten thuis alleen maar groenten, want vlees kunnen we ons niet veroorloven. Ik heb vier kinderen. We eten hooguit één keer per week vlees. Maximaal 500 gram schapenvlees voor de hele familie. Eieren en melk kunnen we ook niet betalen. Alleen mijn jongste twee kinderen krijgen soms wat melk. I am poor, man. All because of the Taj”.
De tranen staan in zijn ogen als hij zijn verhaal doet en ik voel me vreselijk schuldig, omdat ik ondertussen aan mijn masala chai zit. Met melk. Ik voel me ook een tikkeltje naïef, omdat ik dacht dat de Taj Mahal juíst voor veel werkgelegenheid zorgde. Dat doet het ook wel, maar niet helemaal op de manier zoals ik verwacht had. De mensen die in de restaurants en hotels werken, krijgen nauwelijks betaald en zijn dus afhankelijk van fooien.
Hoe gaan we hiermee om?
Ik merk bij mezelf dat plotseling alles op zijn plaats valt. Het was ons al opgevallen dat veel mensen in Agra opdringeriger zijn dan we tot dusver gewend zijn in India. In Agra vraagt inderdaad iedereen om fooi. Ook als de service niet zo goed is. Of als het eten echt niet lekker is. Ik vroeg me al af wat daar achter zat, maar het vragen om fooien blijkt dus pure noodzaak te zijn. Ineens kijk ik met hele andere ogen naar de ‘opdringerige’ verkopers.
Het verhaal van onze ober heeft me diep geraakt. Ik vraag me al snel af hoe we hier het beste mee om kunnen gaan. De vraag of we dan niet naar de Taj Mahal hadden moeten gaan, komt even in me naar boven. Toch duw ik dat idee al snel weg, want dat lost het probleem zeker niet op. Stel dat we nu massaal zouden besluiten om Agra te mijden, dan hebben deze mensen helemaal geen inkomsten meer en zijn we er als toerist ook niet om fooien te geven. Wel naar de Taj Mahal gaan dus, maar met dit verhaal in het achterhoofd.
Ik weet dat ik het probleem niet op kan lossen, maar als ik de rekening van 600 Rupee betaal, doet het me pijn dat deze man hier 6(!) dagen voor moet werken en zelf nooit zo’n maaltijd zal eten als ik net gedaan heb. Ergens voel ik mij ook schuldig en ik snap heel goed dat mensen in Agra ons als ‘rijk’ beschouwen. Al zijn wij voor Nederlandse begrippen niet overdreven ‘rijk’. Voor nu besluiten we deze man een leuke fooi te geven. Helaas is dit geen structurele oplossing. Het is een druppel op een gloeiende plaat en geeft slechts voor maar heel even wat verlichting.
Gemengde gevoelens
De tranen staan nog steeds in zijn ogen. Plotseling draait onze ober zich om en verdwijnt naar achter. Schaamt hij zich? Heeft hij spijt dat hij het ons verteld heeft? Ik weet het niet. Ik hoop het niet.
De volgende dag probeer ik hem te zoeken. Ik zou hem graag vertellen dat het goed is dat hij zijn verhaal verteld heeft. Dat hij hiermee juist voor een stukje bewustwording zorgt onder toeristen zoals wij, die vooral de schoonheid van de Taj Mahal zien en niet weten wat het voor de inwoners van Agra betekent. Helaas kan ik hem niet meer vinden en verlaten we Agra met gemengde gevoelens.
Wist jij dat de Taj Mahal ook een keerzijde heeft voor de lokale bevolking? Of heb je iets dergelijks eerder meegemaakt op reis? Ik ben heel benieuwd hoe jij hiermee omgaat. Laat het me weten in een reactie hieronder.
*Ik weet niet of deze cijfers exact kloppen, maar naar mijn idee vertelde deze man een heel oprecht verhaal.
7 reacties
Tsja, zo zie je maar weer dat je als toerist niet alles ziet. En hoe belangrijk het dus is om contact te hebben met de locale bevolking. Ik was laatst op Skyros, een prachtig onbekend Grieks eiland. Daar sprak ik met een Nederlandse die daar al tien jaar woont. En zij vertelde mij over het schoolsysteem en hoe dat niet werkt en de minimale gezondheidszorg op zo’n eiland en wat dat allemaal voor haar gezin betekende. Echt een (wat treurige) eye-opener… Want de alledaagse werkelijkheid gaat als toerist toch vaak aan je voorbij…
Ja, dat is zeker waar! Heel belangrijk om contact te hebben met de lokale bevolking als je op reis bent. Wat een triest verhaal inderdaad, daar zou je als toerist normaal gesproken ook helemaal niet bij stil staan.
Goed dat je dit deelt. Wat een triest verhaal en sneu dat dit zo gebeurd. Ik had hier zelf eigenlijk helemaal niet over nagedacht. Wel kan ik me soms heel gek voelen als je een rekening betaalt in Azië terwijl je weet dat deze mensen dat bedrag in een maand niet eens verdienen.
Ja zo zie je maar dat zelfs de grootste trekpleisters hun keerzijde hebben. Goed dat je dit in een blog belicht
Jeetje…wat een triest verhaal. Ik zou ook denken dat er voldoende werkgelegenheid zou zijn ivm de vele toeristen in Agra. Ik voel me ook wel eens schuldig als ik een rekening betaal van een maaltijd waarvan je weet dat de lokale bevolking het nooit zou kunnen betalen. Reizen blijft altijd heel dubbel.
Wat triest, inderdaad. Laat zien dat er vaak ook een keerzijde aan het toerisme zit.
Wat een triest verhaal.. toch was mijn eerste gedachte dat dit een truc was om meer geld los te maken, maar misschien denk ik te negatief.. 😉